In
het werk van Rudolf Steiner komen we voortdurend de begrippen vormkrachten,
etherkrachten, levenskrachten tegen. Doel van deze dag is om stap voor stap,
aan de hand van korte oefeningen tot eigen waarneming en meer begrip van deze
krachten te komen.
We beginnen met oefeningen waarin we een
aantal aspecten van ons eigen etherlichaam leren waarnemen. Dit eigen etherlichaam
gebruiken we dan later als zintuig voor verdere waarneming van de etherkrachten
van bijv. planten, water en levensmiddelen.
Voor wie in de antroposofische
werkgebieden werkt een mogelijkheid om het etherische (levens-krachten en
vormkrachten) verder te leren kennen. Voor wie nog niet bekend is met de Antroposofie
een goede manier om vanuit eigen waarneming hiermee kennis te maken.
Organisatie: Initiatiefgroep Onderzoek Levenskrachten en Vormkrachten
Begeleiding:
Frans Romeijn, in samenwerking met Hans Lap, Joost Poel, Inge Swen, Marrie Kooderings-Clemens
Het
gaat bij vormkrachten om een orde van natuurkrachten die, in dat wat we als
levend waarnemen, dus planten, dieren en mensen, dit leven in stand houdt. Het
zijn dus tevens levenskrachten.
Deze
vorm- en levenskrachten worden in de antroposofische literatuur ook
etherkrachten genoemd en daar op vele manieren beschreven.
Deze krachten zijn, omdat alleen het gelijke het gelijke kan waarnemen, voor de
gewone zintuigen niet waarneembaar. Een eenvoudig voorbeeld: ik kan electrische
spanning niet met een weegschaal meten.
Omdat we zelf als mensen levend
zijn, zijn deze vorm- en levenskrachten ook in onszelf te vinden als het zogenaamde
etherlichaam.
In dit etherlichaam blijken in aanleg de
zintuigen aanwezig te zijn om de genoemde krachten waar te nemen. De ervaring
leert dat deze waarnemings- vermogens ontwikkeld en geschoold kunnen worden. Dit
op een manier die voor de kritische waarnemer stap voor stap na te volgen en
controleerbaar is. Dit wel onder voorwaarde dat deze kritische waarnemer bereid
is onbevangen te onderzoeken.